Het KOM in een historisch perspectief van de ANT in het licht van een mogelijke fusie tussen ANT en KNMT
Na 25 jaar ANT komt er wellicht een Koninklijke Nederlandse Tandartsen Associatie. KNMT en ANT gaan straks misschien als één organisatie verder. Als oprichter en erelid van de ANT en oud afdelingsvoorzitter van de KNMT heb ik die wens nog uitgesproken bij mijn afscheid van de ANT als voorzitter, maar dan niet om redenen die zich nu voordoen. De huidige voorzitter van de ANT, Jan Willem Vaartjes, heeft mij per telefoon verteld dat het beter was om de krachten te bundelen. We mogen dan verschillen in uitstraling, maar in feite bieden we de leden hetzelfde. En dat is dus niet zo praktisch, zei hij. Dat beaamde ik. Maar voor het zover is, zal er nog wel stevig onderhandeld moeten worden, verzekerde hij mij. Ik hoop niet dat je het erg vindt. Nee, ik vind dat niet erg en zelfs begrijpelijk. Want als er geen echte verschillen zijn, kun je beter samen verder gaan.
Het eerste bestuur van de ANT
v.l.n.r. Jacob Glas (overleden), Herman van Nouhuys en Willem Zijp
Zonder verschillen, iedereen en alles gelijk, is als de warmtedood. In de natuurkunde heet dat entropie. Het KOM staat voor Keurmerk Onafhankelijke Mondzorg en is voortgekomen uit de visie en de doelstellingen van de Stichting Onafhankelijke Hulpverlening (SOH). Bij het KOM wordt het verschil hogelijk gerespecteerd en niet zonder reden. Zowel tandartsen als patiënten zijn nu eenmaal heel divers. Daarmee maakt zij het verschil met KNMT en de huidige ANT.
Wat is er gebeurd? Is het niet belangrijk om het verleden te kennen om dan te kunnen zeggen ‘dat kunnen we dan nu voorkomen’?
Toen de ANT in 1995 werd opgericht waren de verschillen met de KNMT scherp omlijnd. Daar gingen eerst bijna 10 jaren aan vooraf in de vorm van de Stichting Onafhankelijke Hulpverlening die ik heb opgericht in 1986. Deze SOH was een doorn in het oog van de KNMT. De KNMT was een groot voorstander van het Uniforme Particuliere Tarief. De KNMT is machtig geworden door het ziekenfondstarief! Naast het vaste ziekenfondstarief kreeg je dus ook een vast particulier tarief. Dat betekende dat de hele tandheelkunde door de politiek bepaald ging worden, zowel zorginhoudelijk als financieel. Als tandarts was je daar dus niet meer verantwoordelijk voor. De norm werd bepaald door ‘gemiddelden’. En zij die dat bepalen hebben een andere agenda dan tandartsen. In die tijd mocht je zelfs niet lager declareren dan het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg voorschreef! Te gek voor woorden dus. Als je het daar niet mee bent eens bent, moet je maar emigreren. Dat werd mij tijdens een algemene ledenvergadering door het Hoofdbestuur van de KNMT te verstaan gegeven. Toen heb ik mijn lidmaatschap maar opgezegd en de SOH opgericht. Alle bezwaren tot en met de Commissie voor de Rechten van de Mens werden niet ontvankelijk verklaard. Lager declareren en het plaatsen van implantaten waren toen economische delicten! Omdat met het veel lagere ziekenfondstarief al behoorlijke omzetten werden gemaakt, was het dus niet verwonderlijk dat die omzet met het veel hogere UPT-tarief ‘boomde’. Wat dat betreft was het voor de tandarts een gouden tijd. Zeker toen het Ziekenfonds werd opgeheven. Dat tarief werd vele malen hoger ten koste van het vaste UPT.
Maar om het goud was het mij niet te doen. Ik voorzag grote lastenverzwaringen en een toenemende regelgeving. Met andere woorden: Onze integriteit, vrijheid en onafhankelijkheid waren we voor het geld gaan inleveren.
Als voorzitter van de SOH meldde ik mij in 1990 weer als lid aan. Nog geen drie maanden later werd ik gevraagd om afdelingsvoorzitter te worden. Ondanks alle tegenwerking van het Hoofdbestuur werd ik verkozen en trad ik toe tot het Vertegenwoordigend College van afdelingsvoorzitters.
Ik zat dus als een luis in de pels van het Centraal Comité. Meebewegen was echter makkelijker dan kritische vragen stellen. We moesten meedansen met het Hoofdbestuur dat op zijn beurt zijn eigen spel speelde in Den Haag. Desondanks groeide de kritiek. De SOH kreeg steeds meer aanhang. Het ziekenfonds weigerde echter om met mij aan de onderhandelingstafel te zitten. Omdat ik geen ‘ziekenfonds’-contract had, zeiden ze. Maar als mijn achterban een jurist zou hebben aangewezen moesten ze die ook accepteren. En wat bleek? Het Hoofdbestuur ging als een man achter dat ziekenfonds staan! U begrijpt dat dit voor mij het sein was om een eigen vereniging op te richten. In 1993 zei ik mijn lidmaatschap op en in 1996 was de ANT een feit. Bij de vooraankondiging waren meer dan 2300 tandartsen geïnteresseerd. Dat beloofde dus een vliegende start te worden. Het tegendeel was waar. Amper 270 leden in 1996 en verantwoordelijk voor een lening van 200.000 gulden. Met veel krabben en bijten werden we uiteindelijk representatief verklaard door de minister in 2002 met ruim 1000 leden.
De visie en de doelstellingen van de ANT in die tijd waren exact dezelfde als die van de SOH van 1986. In het boekje ‘Hoe honorabel is een Tandarts?’ uitgegeven door de ANT in 1998 (en te vinden op de website van KOM) staan die uitgebreid beschreven. De vereniging steunt vanwege die doelstellingen elke individuele tandarts in zijn streven om zijn best mogelijke zorg te kunnen leveren. De vereniging zal alles doen als haar leden bij dat streven beperkingen worden opgelegd. Deze houding stond in schril contrast met die van de KNMT. Daar moet je doen wat de meerderheid zogenaamd heeft besloten ofwel wat het Hoofdbestuur wil dat gebeurt.
Tekst uit het interview met Herman van Nouhuys in het ‘t ANTwoord jaargang 2004
Al gauw werd duidelijk dat de leden moesten vinden wat de ANT en de NZa (daar aanwezig !) vonden. Mijn kritische vragen waren merkbaar ongewenst. Toen wist ik het zeker: de ANT wordt als de NMT. Top-down en niet van beneden naar boven. De leden voor de organisatie in plaats van de organisatie voor haar leden.
Met Jan Willem Vaartjes aan het roer zag ik de ANT groeien en bloeien. Maar werd er nog wel gewerkt aan de doelstellingen van de ANT? Zijn de leden daarmee nog wel bekend? Wat zou het mooi zijn als die doelstellingen door zowel de KNMT als de ANT omarmd zouden worden. Mijn droom zou dan verwezenlijkt zijn: In ieder geval het recht om samen met de patiënt een behandeling overeen te komen op basis van eigen condities, waarbij de huidige bepalingen slechts als referentie zouden kunnen dienen, mocht er sprake zijn van een verzekering. Niemand hoeft meer ‘bang’ te zijn voor materiële onderzoeken en terugvorderingsacties van zorgverzekeraars.
De enige zorg die je dan als tandarts hebt is dan nog deze:
Doe ik het goed genoeg, kan het beter? Of patiënten of zorgverzekeraars bereid zijn om hem daarvoor te betalen zal de praktijk moeten uitwijzen. Als de patiënt gaat begrijpen dat tandartsen en zorgverzekeraars winst maken op zijn premie dan betaald hij in ieder geval meer dan nodig.
Contractsvrijheid zou politiek niet haalbaar zijn. We krijgen dan problemen met de andere stakeholders, aldus KNMT/ANT. Die bezwaren heb ik vaker gehoord. Maar is het de leden ooit gevraagd? In de beginjaren werden zij om die reden juist lid van de ANT. Het gaat er bij mij echt niet in dat een tandarts die doelstellingen niet zou delen. Enquêtes wijzen uit dat vrijwel alle tandartsen onze doelstellingen van de SOH/KOM onderschrijven. Het experiment Vrije Tarieven is de professie door de strot gedrukt en had hele andere oogmerken. Zowel KNMT als ANT hadden geen oor voor mijn waarschuwingen. Mijn actie Stop Gedwongen Experiment Vrije Tarieven mocht niet baten.
Juist om die doelstellingen ‘haalbaar’ te maken is de ANT opgericht. Botje bij botje leggen en je sterk maken. Een club die tandartsen niet gaat zeggen wat, hoe en voor hoeveel ze het moeten doen, maar een club die de overheid gaat zeggen dat de zorg niet beter en goedkoper wordt met meer regelgeving en lagere tarieven, maar ook niet met hogere tarieven of hulpkrachten.
Wat ik in het verleden voor me zag dat zien we nu. En wat we nu zien, vinden we normaal. Productie loont, zinloze risicoloze zorg trouwens ook. Kwaliteit en integriteit worden een probleem. Gedoe met zorgverzekeraars en frustrerende overlegsessies met NZa, VWS en IGZ. We hebben te maken met dubieuze kostprijsonderzoeken, kostbare klachtregelingen, taakherschikking om de zorg goedkoper te maken, premiestijgingen en een verschraling van het pakket.
Het ziekenfonds ging failliet. De tandartsen in die tijd niet. Zullen nu de particuliere zorgverzekeraars failliet gaan of zijn nu de tandartsen aan de beurt? De professie kampt met een slecht imago. Als je de beroepsorganisaties moet geloven is er veel ontevredenheid over het overheidsbeleid. Patienten daarentegen geven de tandarts een hoog waarderingscijfer. Het aantal klagers neemt echter wel toe.
Klagende beroepsorganisaties over het overheidsbeleid, vernederend gebedel om innovatieve behandelingen met een prijs er door te krijgen. Aan de andere kant blije tandartsen, schitterende praktijken of het allemaal niet op kan. Efficiency, creatief indiceren/administreren? Het nieuwe normaal, een nieuwe ethiek? Voor hoe lang nog?
KOM blijft gaan voor een heel eenvoudig recht, dat ongeschreven is en past bij de eed van Hippocrates: Naar beste weten en kunnen handelen. Juist om die reden kan deze eed nooit ondergeschikt zijn aan een of andere politieke ideologie. Stel je voor dat je kiezen moet gaan trekken omdat de overheid het restaureren er van te duur vindt worden.
Haalbaar? Ik dacht dat het niet haalbaar zou zijn om de hele wereld op slot te doen voor een griepvirus. Maar je ziet wat PR, propaganda en hersenspoeling al niet vermag. We sluiten onszelf zelfs vrijwillig op. Blijkbaar liever veilig opgesloten als een lammetje in je huis dan vrij in een wei. Bij KOM ben je vrij. Daar wordt je niet verteld wat je moet of mag. Een ieder kent zijn verantwoordelijkheid. Bovendien heb je een academische status. Die verplicht. Die kan je nooit afstaan. Je zult daar altijd op worden afgerekend, ook al bepalen anderen wat je moet en mag. Daarom moet je het stuur ook nooit uit handen geven en in ieder geval het recht voorbehouden je eigen weg te gaan.
KOM stuurt dus aan op het eigen stuur. KOM is echt anders. Daarom KOM.
Herman van Nouhuys
Oprichter en erelid van de ANT
Voorzitter en mede-oprichter van de SOH 1986 en 2012
Medeoprichter en bestuurslid van KOM
Mede oprichter en bestuurslid van de Europese Academie Onafhankelijke Mondzorg
PS
De voorzitter van de ANT heeft van te voren kennis genomen van dit artikel.
Hij zou het hier graag over willen hebben in de vorm van een dubbel interview. Als het doorgaat zal dat interview in Dentz worden gepubliceerd. |